Voor de overbrugging van de expressweg te Brugge werd gekozen voor een zogenaamde ‘luie brug’, een combinatie van fietstrap en brug. Bijzonder hierbij is dat de trapformule verlopend is toegepast, d.w.z. dat de treden onderling verschillende afmetingen hebben. Het bijna 4 m brede brugdek is een 10 mm dikke stalen plaat, verstijfd met 7 langsverstijvers. Twee grote langsschotten maken van het centrale deel een kokersectie. Aan weerszijden ervan zitten secties met afgeschuinde onderzijde die overgaat in de ronde brugrand. De brug bestaat uit 4 overspanningen en kan vrij vervormen in de lengterichting, zodat opveren wordt voorkomen. Op de plaatsen waar de pijlers het brugdek ondersteunen, zijn inwendige verstijvingen toegepast. Het was van bij het ontwerp duidelijk dat deze elegante constructie enkel met staal kon gebouwd worden.